Geschiedenis van de Detakerk
Geschiedenis van de Detakerk
40 JAAR DETA-KERK
In oktober 1990 bestaat de Deta-kerk 40 jaar. Dat wordt feestelijk herdacht. In dit artikel wordt de achtergrond van het ontstaan van dit kerkgebouw belicht.
De Deta-kerk is ontstaan ten gevolge van de kerk-scheuring van 13 september 1944. Deze scheuring in de Gereformeerde Kerk van Enschede vond plaats door het verbindend verklaren door de Generale Synode van een leeruitspraak van juni 1942, waar al jarenlang over was geredetwist door theologische hoogleraren en predikanten (een bindende verklaring van de synode houdt in dat alle ambtsdragers met zon uitspraak moeten instemmen).
Die leeruitspraak ging over de kinderdoop en hield in, dat men bij de doop moet aannemen, dat gedoopten "wedergebóren" zijn totdat het tegendeel blijkt, bij het "opwassen uit handel en wandel". Deze opvatting lag in de lijn van dr. A. Kuyper (1827-1920). In enkele plaatsen, waaronder Enschede, hadden predikanten en kerkeraden bezwaar aangetekend tegen die leeruitspraak. Zij deelden de volgende opvatting: "Alle gedoopte kinderen mogen geloven dat God hun God is en daarom worden zij ook geroepen deze God te erkennen. Als zij dat naderhand niet willen en zich van God afkeren, verbreken zij het verbond en plaatsen zich daardoor buiten het rijk van God".
Toen de synode de bindende verklaring oplegde in 1944, werd in Enschede, als reactie daarop, een voorstel ingediend bij de kerkeraad door drie predikanten (H. Meulink, H. Vogel en I. de Wolff). om de Enschedese kerk los te maken van het bestaande verband van de Gereformeerde Kerken in Nederland. De drie predikanten beriepen zich op artikel 31 van de kerkenordening, waarin staat dat “kerkleden niet verplicht zijn synodebesluiten voor vast en bondig te houden, als deze besluiten in strijd zijn met de Schrift of met de kerkenordening". Ds. J. van Henten, ook gereformeerd predikant van Enschede, wilde zich niet bij het voorstel van de andere drie predikanten aansluiten en probeerde nog een stemming te voorkomen. Maar er volgde wél een stemming.
Het gevolg was dat de drie predikanten het grootste deel van de kerkeraad "meekregen". En zo werd de kerkscheuring in Enschede een feit. Die kerkscheuring (vrijmaking) had tot gevolg dat ds. Van Henten en de kerkeraadsleden die niet bij de uitgetreden groep wilden horen, door de kerkeraad uit hun ambt werden gezet. Bovendien werden zij, en de gemeenteleden die niet met de vrijmaking instemden of zich nog nader wilden beraden, afgezet als kerklid. Enschede werd hierdoor één van de weinige kerkelijke gemeenten waar de kerkscheuring zulke vérstrekkende gevolgen kreeg. Van de naar schatting 5000 leden (zielen) waren er ongeveer 4200 uitgetreden (vrijgemaakt, de "artikel- één-en- dertigers"). Er bleven ongeveer 900 leden (zielen) over, die zich aansloten bij het synodebesluit (de "synodalen").
Het was een zeer betreurenswaardige gebeurtenis, in het heetst van de tweede wereldoorlog. Onderlinge verhoudingen in gezinnen, relaties, scholen, politiek en andere verbanden kwamen onder zware druk te staan en leidden tot breuken dwars door families heen. Op 25 oktober 1944 werd door de "synodale kerk van Enschede" een kort geding aangespannen bij de rechtbank te Almelo over de kerkelijke goederen en bescheiden (De "vrijgemaakten" hadden op voorhand de kerkelijke goederen reeds aan zich getrokken). De rechtbank wees alle kerkelijke goederen en bescheiden aan de artikel-één-en-dertigers toe, ook na aantekening van hoger beroep; omdat de kerkeraad met meerderheid van stemming het besluit tot vrijmaking had genomen.
Zo zaten de "synodale" kerkleden na de scheuring zonder lokaliteit. Aanvankelijk mochten zij onder bepaalde voorwaarden gebruik maken van de Noorderkerk (van art. 31) aan de Lasondersingel, door middel van dubbele diensten.
Na de oorlog in 1945, werd zaaltje Dijkstra in de Blekerstraat gehuurd. Zittend onder papieren slingers en "Leve Het Bruidspaar' met zeep op de spiegel geschreven, werden de diensten in deze feestzaal gehouden. Een ouderpaar, dat hun kind liet dopen, moest zelf voor een doopvont zorgen.
Inmiddels bood de joodse gemeente, die na de oorlog, zelf met weinig leden was overgebleven, het bijgebouw van haar synagoge gratis aan. Daar is enige tijd dankbaar gebruik van gemaakt. Uiteindelijk kreeg men de beschikking over de aula van het Gemeentelijke Lyceum.
Het werk in deze "jonge" gemeente was te zwaar voor één predikant. Daarom werd in de zomer van 1945 ds. H. Volten beroepen en in november bevestigd. Hij was een boeiend verkondiger van het Evangelie. Door zijn beeldende taal wist hij zijn toehoorders op het hart te binden: "Wij hebben weer een kerkgebouw nodig in Enschede". En hij kreeg het voor elkaar. Samen met gemeenteleden trok hij het land door om gelden te verkrijgen. Op vrije zondagen ging hij in andere plaatsen "preken" om de Gereformeerde kerk van Enschede te steunen. Ook de gemeente zelf deed met hart en ziel mee; er werden veel geldelijke offers gebracht. Inmiddels kreeg ds. Van Henten een beroep naar Steen, wat hem na alle spannende en zware tijden goed uitkwam. Hij vertrok in oktober 1946.
Zo kon er aan het eind van de veertiger jaren, tegelijk met de opbouw van Nederland, een kerk gebouwd worden, ontworpen door de architect Mink en Van der Lijke en uitgevoerd door aannemer Zeevalk. In oktober 1950 werd de kerk in gebruik genomen. Ds. Volten gaf er de naam "Deta" aan. Deta is de afkorting van de Griekse tekst Doxa Eis Tous Aionas", in het Nederlands vertaald: "Heerlijkheid tot in eeuwigheid", (de slotwoorden van het Onze Vader...). Dat feit is nu na 40 jaar een herdenking waard, zeker gezien de omstandigheden waaronder de Detakerk ontstond en de groei die de Gereformeerde Kerk van Enschede daarna beleefde.
Dit alles wordt op gepaste wijze gevierd met een concert op zaterdag 6 oktober (zie elders in Samenspraak). Aansluitend zal er op zondag 7 oktober een feestelijke kerkdienst zijn om 10.00 uur. In deze dienst zal onze vroegere plaatsgenoot, de bekende dominee-dichter Hans Bouma. voorgaan.
Rindert Wijma
(Voor achtergrondinformatie heb ik dankbaar gebruik gemaakt van gesprekken met en aantekeningen van onze pastorale medewerkster mevr. ML van Dijk-
Pereboom en van de heer A .Jansen die belangrijke feiten en gebeurtenissen over het ontstaan, in de vorige eeuw. van onze plaatselijke kerk en de daaropvolgende ontwikkelingen op schrift heeft gesteld).
Bron:
Samenspraak
Hervormd en Gereformeerd informatieblad voor Enschede
Zaterdag 22 september 1990 – 3e jaargang no. 12
|